Steenbakkers, J., Oostenbrink, H., Wink, J., Drost, A., Luth, H., IJk, I. van, Wildenberg-Claessens, I. van der, Bruin, J. de, & Peters, S (2020).
Schrijfstijl, een vernieuwende lessenserie voor schrijfstijl en formuleren voor klas 3 en 4 havo/vwo.
|
Acht vernieuwende lessen over schrijfstijl, waarin leerlingen inductief kennismaken met tien schrijfstijlstrategieën. Leerlingen leren bewust werken met de strategieën en ze leren de effecten van deze stijlstrategieën kennen.
Meelezer 1 schrijft:
Deze uitgebreide en verzorgde lessenserie over schrijfstijl is met name interessant voor vwo-leerlingen, bijvoorbeeld als verdiepingsopdracht: de opzet is geschikt om leerlingen zelfstandig de theorie en opdrachten te laten doorlopen, maar vergt wel een zekere leesvaardigheid en belezenheid. Erg leuk zijn de zeer herkenbare, aan de dagelijkse schoolpraktijk ontleende voorbeelden.
Voor havo-leerlingen zou het materiaal wat uitgekleed mogen worden: wat meer gecentreerd rond de opdrachten en wat minder theoretische - en soms wat belerende - toelichting. De havo-leerling wil zelf graag een conclusie trekken. De opdrachten waarin teksten op bepaalde kwaliteiten geordend moeten worden, zijn hiervoor bijvoorbeeld zeer geschikt.
Een dergelijke uitgeklede versie is wellicht ook bruikbaarder voor docenten die wat meer interactie met hun klas willen tijdens het werken met dit materiaal of zelf hun eigen accenten willen leggen.
In de huidige versie zou het materiaal ook geschikt zijn om leerlingen wat zelfstandiger te laten werken aan een portfolio, dat door de docent globaal of steekproefsgewijs wordt beoordeeld.
Meelezer 2 schrijft:
Interessant aan dit ontwerponderzoek is dat het ingaat op hoe je iets opschrijft. De meeste leerlingen zijn zich namelijk niet bewust van het effect van een boodschap op de ontvanger. Dit ontwerponderzoek kweekt een zekere bewustwording.
Echter, de leerling moet veel lezen: de kans dat hij/zij/hen afhaakt of slordig/onzorgvuldig leest, is erg groot. De vraag is dan of dit ontwerponderzoek wel het beoogde leereffect heeft. Een docent zou veel bij moeten sturen en/of de stof klassikaal bespreken wil de leerling de stof op de gewenste manier doorwerken. Onderzoeken of e.e.a. op een andere manier aangeboden kan worden, lijkt mij wenselijk. De toon van de opdrachten is heel persoonlijk; het materiaal zou zich prima lenen voor podcast- of videolessenreeks.
|