Verbeek, A. (2015).
Van WTF? naar CHCK! Self-questioning als leesstrategie om het tekstbegrip op meso- en macroniveau te verbeteren.
Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen, UvA.
|
Samenvatting [auteur]
Leerlingen stellen zichzelf voor, tijdens en na het lezen cognitieve én metacognitieve vragen. Dit om actief de tekstinhoud te verwerken en bewust te worden van het eigen leesgedrag. Uiteindelijk ervaren de leerlingen zelf dat ze middels self-questioning een (zakelijke) tekst beter begrijpen.
In dit ontwerponderzoek wordt het effect van een lessenreeks self-questioning op tekstbegrip op meso- en macroniveau bij zakelijke teksten onderzocht. Om maximaal effect te sorteren modelt de docent de strategie, kunnen leerlingen gebruik maken van voorbeeldvragen en wordt er getraind met verschillende leesdoelen. Leerlingen stellen zichzelf voor, tijdens en na het lezen cognitieve én metacognitieve vragen, te onderscheiden in letterlijke, inferentie-, en overpeinzingsvragen. Dit om actief de tekstinhoud te verwerken en bewust te worden van het eigen leesgedrag. Uiteindelijk ervaren de leerlingen zelf dat ze middels self-questioning een zakelijke tekst beter begrijpen.
De redactie schrijft: Welke aspecten zijn interessant? In dit ontwerponderzoek staat de onderzoeksvraag centraal: leidt een training in selfquestioning tot beter tekstbegrip op meso- en macroniveau? De probleemanalyse van dit ontwerponderzoek biedt een goed inzicht in tekstbegripsproblemen. De resultaten zijn niet overduidelijk qua leerresultaat door gebrekkige toetsen uit het schoolboek, maar uit de lesbeschrijvingen en de hardopdenkprotocollen blijkt dat leerlingen de strategie van question-finding zinvol vonden en steevast toepasten. Ook bleek het effect van 'modeling' door de docent. Verrassend in dit ontwerp is de focus op de interventie 'selfquestioning', gekozen om het strategierepertoire van leerlingen uit te breiden in de hoop dat, in combinatie met een realistisch leesdoel, leerlingen deze strategie niet als een trucje ervaren, sterker nog: ervaren dat die succes kan opleveren als het gaat om een beter doorgronden en begrijpen van een tekst. De leerlingen herkennen deze vragen eerst inductief bij de docent, die de strategie hardopdenkend aan leerlingen toont, en daarna bij elkaar (leren door observeren). Om de leerlingen (tijdelijk) te ondersteunen kunnen zij gebruik maken van een lijst met voorbeeldvragen.
Wat kan nader worden onderzocht? 1. Waarschijnlijk lokken langere en complexere teksten belangwekkender, cognitieve, metacognitieve en verwonderingsvragen uit. 2. Gezien de leerlingreacties op het ontwerp zou onderzoek naar de effecten van een langere en/of intensievere training question-finding, het stellen van oprechte verwonderingsvragen naar aanleiding van ambigue zakelijke teksten) nuttig zijn. 3. Hoe kun je binnen deze lessenserie meer differentiatie aanbrengen? De auteur is er zelf van overtuigd geraakt dat differentiatie een sleutel tot succes is als het gaat om tekstbegrip. 4. Is het mogelijk om het succes van de les over questioning finding uit te bouwen naar de andere lessen, omdat juist hier de leerlingen echte verwonderingsvragen gingen stellen. De vraag is ook of juist ambigue teksten het oproepen van dit soort vragen kan stimuleren.
|