In deze lessenserie lezen de leerlingen fictiefragmenten om zich beter te kunnen inleven in een personage. Vervolgens schrijven zij op basis van informatieve, zakelijke bronnen een advies aan het hoofdpersonage uit een van de fictiefragmenten.



Om de bronnen te begrijpen en beoordelen voeren de leerlingen een gesprek over de inhoud en de betrouwbaarheid van de bronnen voor ze hun advies gaan schrijven.



Eindtermen

3: De leerling verwerft doelgericht informatie uit mondelinge, schriftelijke en digitale bronnen. (B)

4: De leerling schrijft afgestemd op doel, publiek en context. (B)

8: De leerling voert gesprekken met anderen om tot kennisopbouw, begrip of een aanpak te komen.

16: De leerling toont inzicht in het gebruik van literaire middelen bij de interpretatie van literaire teksten. (B)