Deel 1 toetst literatuur/ schrijfvaardigheid/spreekvaardigheid. Literatuur: Vragen over drie boeken, waarschijnlijk hebben de leerlingen die (verplicht) gelezen in de voor-gaande periode. Plus vragen over een verhaal van Jan Wolkers dat tijdens de zitting gelezen moet worden. Dan schrijven de leerlingen vervolgens een vervolg of ander einde aan het verhaal de kraai van Kader Abdolah. Deel 2 bestaat uit twee delen: schrijfvaardigheid en argumentatie. Bij beide opdrachten hoeft alleen de inleiding geschreven te worden, het middenstuk dient in een schrijfplan gezet te worden, het schrijfplan is gegeven, maar de leerling mag een eigen schrijfplan ontwerpen. Spel- en formuleerfouten leiden tot puntenaftrek. Er worden per opdracht drie bronnen gevraagd. Deel 3: leesvaardigheid en argumentatie: Er is gebruik gemaakt van een examentekst.

Onderscheidend: (1) Duidelijke instructie voor leerlingen, ook de puntenverdeling is duidelijk aangegeven. Uit de instructie voor de leerlingen spreekt zorgvuldigheid en aandacht voor de toets én voor de leerlingen.(2) Bij schrijfvaardigheid kan de leerling kiezen uit twee onderwerpen. (3) Bij de schrijfopdracht mag internet gebruikt worden, in deze tijd een mooie toevoeging aan het schrijfexamen. Sterk en gedurfd!